staatkundig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: staatkundig (hulp, bestand)
Woordafbreking
- staat·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van staatkunde met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | staatkundig | staatkundiger | staatkundigst |
verbogen | staatkundige | staatkundigere | staatkundigste |
partitief | staatkundigs | staatkundigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
staatkundig
- betrekking hebbend op de staatkunde
- betrekking hebbend op de staat
Gangbaarheid
- Het woord staatkundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "staatkundig" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be