staarde aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • staar·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanstaren

staarde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanstaren
    • Ik staarde aan. 
    • Jij staarde aan. 
    • Hij, zij, het staarde aan. 


Gangbaarheid