staad

Uit WikiWoordenboek

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /staːd/ ~ /staːð/ (Etsbergs)
Woordherkomst en -opbouw
  • Verwant aan stad en het IJslandse staður. De /ð/ in de Limburgse uitspraak is een latere ontwikkeling die ook bij het achtervoegsel -hed te bemerken valt.

Zelfstandig naamwoord

staad v

  1. (Hooglimburgs) plaats, locatie.
  2. (Hooglimburgs) een landweg die door een akker heenleidt.
  3. (Hooglimburgs) standplaats.
  4. (Hooglimburgs) ruimte van handeling.
  5. (Hooglimburgs) vakantie.
  6. (Hooglimburgs) vrijetijdsbesteding.
  7. (Hooglimburgs) vrije tijd.
  8. (Hooglimburgs) uitgebreide ruimte.
  9. (Hooglimburgs) een traditioneel gerecht gemaakt van aardappelen.
  10. (Hooglimburgs) een fluittoon.
Verbuiging