sta op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opstaan

sta op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstaan
    • Ik sta op. 
  2. gebiedende wijs van opstaan
    • Sta op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstaan
    • Sta je op? 
  4. aanvoegende wijs van opstaan

Meer informatie


Gangbaarheid