Naar inhoud springen

størrelse

Uit WikiWoordenboek
  • stør·rel·se
Naar frequentie 2571
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   størrelse     størrelsen     størrelser     størrelsene  
genitief   størrelses     størrelsens     størrelsers     størrelsenes  

størrelse, m

  1. (natuurkunde) grootte, hoogte, lengte, utstrekningomvang
    «En båtkjøper krevde et prisavslag på 130.355 kroner.»
    Een bootkoper eiste een prijsverlaging van 130.355 (Noorse) kronen.
  2. (handel) gestandaardiseerde afmetingen, vooral voor kleding en schoenen
  3. (wiskunde) iets (lijn, oppervlakte, spatie) dat kan worden gemeten en uitgedrukt met getallen, bijv. kamergrootte, zetelaantal, groote van een container of een schoolklas
  4. (maatschappij) een vooraanstaande figuur, een hooggeplaatste mens, een beroemd persoon, een grote persoonlijkheid


  • stør·rel·se
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   størrelse     størrelsen     størrelsar     størrelsane  

størrelse, m

  1. (natuurkunde) grootte, hoogte, lengte, utstrekningomvang
    «En båtkjøper krevde et prisavslag på 130.355 kroner.»
    Een bootkoper eiste een prijsverlaging van 130.355 (Noorse) kronen.
  2. (handel) gestandaardiseerde afmetingen, vooral voor kleding en schoenen
  3. (wiskunde) iets (lijn, oppervlakte, spatie) dat kan worden gemeten en uitgedrukt met getallen, bijv. kamergrootte, zetelaantal, groote van een container of een schoolklas
  4. (maatschappij) een vooraanstaande figuur, een hooggeplaatste mens, een beroemd persoon, een grote persoonlijkheid