springer
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Springer |
- sprin·ger
- Naamwoord van handeling van springen met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | springer | springers |
verkleinwoord | springertje | springertjes |
de springer m
- iemand die of dier dat springt
- verspringend beeld in een film
- (muziek) de door de toets bediende verticale constructie in een klavecimbel en een spinet
- strandvlo Talitrus saltator een vlokreeftje uit de familie Talitridae
- Het woord springer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "springer" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- sprin·ger
springer
- tegenwoordige tijd van springe
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Muziek in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %
- Woorden in het Deens
- Woorden in het Deens van lengte 8
- Werkwoordsvorm in het Deens