sprenkelen
- Geluid: sprenkelen (hulp, bestand)
- spren·ke·len
- Afgeleid van het verouderde sprenkel (uitgestrooid deeltje) met het achtervoegsel -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sprenkelen |
sprenkelde |
gesprenkeld |
zwak -d | volledig |
sprenkelen
- overgankelijk een vloeistof of poeder losjes over iets verspreiden
- Het bloed van het offer werd over het altaar gesprenkeld.
- Het woord sprenkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sprenkelen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -en in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %