spreekkamer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spreek·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spreekkamer spreekkamers
verkleinwoord spreekkamertje spreekkamertjes

Zelfstandig naamwoord

spreekkamer v/m

  1. een kamer waar men een gesprek met iemand kan voeren
    • De geluidsisolatie van de spreekkamer was erg slecht. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be