spreekbeurt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spreek·beurt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spreekbeurt spreekbeurten
verkleinwoord spreekbeurtje spreekbeurtjes

Zelfstandig naamwoord

spreekbeurt v/m

  1. een voordracht voor een publiek over een bepaald onderwerp
    • De leerling kreeg een 9 voor zijn spreekbeurt over olifanten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be