spreekbeurt
Uiterlijk
- Geluid: spreekbeurt (hulp, bestand)
- spreek·beurt
- samenstelling van spreek ww en beurt
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spreekbeurt | spreekbeurten |
verkleinwoord | spreekbeurtje | spreekbeurtjes |
- een voordracht voor een publiek over een bepaald onderwerp
- De leerling kreeg een 9 voor zijn spreekbeurt over olifanten.
- ▸ Op de zandplaat liet Iris Beekman uit Groningen ze vrij in de Waddenzee. "Mijn vriend gaf me dit cadeau met kerst. Hij weet hoe gek ik ben op zeehonden. Vroeger deed ik mijn spreekbeurten erover. Dit is echt iets wat ik al mijn hele leven wilde doen", zei ze. "En nu ben ik degene die de laatste zeehond uit Pieterburen mag terugbrengen naar zee. Heel bijzonder."[1]
- Het woord spreekbeurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spreekbeurt" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Pieterburen is echt (bijna) leeg na vrijlating Ollie en Brandy” (20 april 2025), NOS
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be