spreek vrij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spreek vrij
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vrijspreken

spreek vrij

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijspreken
    • Ik spreek vrij. 
  2. gebiedende wijs van vrijspreken
    • Spreek vrij! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vrijspreken
    • Spreek je vrij? 


Gangbaarheid