sprede
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- spre·de
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Middelnederduitse werkwoord spreden
Naar frequentie | 4370 |
---|
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sprede |
spreder |
spredte |
spredt |
volledig |
Werkwoord
sprede
- overgankelijk: bemesten, bemiddelen, spreiden, uitbreiden, uitspreiden, uitstralen, verdelen, verstrooien
Verdere woordvormen
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
- spredes for alle vinde
verstrooid in alle winden
Verwijzingen
- sprede in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk