sportwagenmerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sportwagenmerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sport·wa·gen·merk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  sportwagen zn  en  merk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sportwagenmerk	sportwagenmerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het sportwagenmerk o

1. de naam van het bedrijf dat sneller auto's maakt

   ▸ Vorige maand maakte North Street bekend het sportwagenmerk Spyker te willen kopen van Swedish Automobile, dat lange tijd zelf Spyker heette.

   ▸ Van de rijksdienst Riksgälden mag Antonov nu mede-eigenaar worden. De omstreden Russische zakenman was al aandeelhouder van Spyker voordat het Nederlandse sportwagenmerk Saab overnam. Omdat de oorsprong van zijn kapitaal onduidelijk was, moest hij bij de overname zijn belangen verkopen.

Gangbaarheid

• Het woord sportwagenmerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.