sportschoen
Uiterlijk
- Geluid: sportschoen (hulp, bestand)
- sport·schoen
- samenstelling van sport en schoen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sportschoen | sportschoenen |
verkleinwoord | sportschoentje | sportschoentjes |
de sportschoen m
- (sport), (schoeisel) een schoen die speciaal is gemaakt voor het dragen tijdens sportactiviteiten
- ▸ Het enige wat je nodig hebt zijn sportschoenen, een slaapzak, een regenponcho en een kleine rugzak.[1]
1.
- Het woord sportschoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sportschoen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Schoeisel in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 98 %