sporkehout

Uit WikiWoordenboek
Rhamnus frangula

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spor·ke·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sporkehout -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het sporkehouto

  1. (bloemplanten) bepaald soort loofboom, Frangula alnus op Wikispecies, die inheems is in de Benelux, tot 7 meter hoog kan worden en behoort tot de wegedoornfamilie (Rhamnaceae op Wikispecies)
     De eieren worden afgezet op sporkehout of wegedoorn, en daarna fladderen de overwinteraars nog tot juni rond.[3]
Opmerkingen
Synoniemen
Verwante begrippen
namen van loofbomen in de Benelux:
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen