spoorslags

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·slags
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: in allerijl’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • samenstellende afleiding van spoor (punt of wieltje aan de hiel van een rijlaars) en slag (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -s

Bijwoord

spoorslags

  1. heel snel
    • Als ik ziek ben, komt ze spoorslags op bezoek. [2]

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen