spoorbaan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

spoorbaan
Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·baan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorbaan spoorbanen
verkleinwoord spoorbaantje spoorbaantjes

Zelfstandig naamwoord

de spoorbaanv / m

  1. (spoorwegen) lange strook land gereedgemaakt voor treinverkeer middels spoorstaven
    • Langs een spoorbaan komen vaak planten voor die er eigenlijk niet thuishoren. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: spoorweg   

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be