spongat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spon·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spongat | spongaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het spongat o
- gat waardoor men een vat kan vullen en dat met een kegelvormige houten stop kan worden afgesloten
- (figuurlijk) grote mond, brutale mond
Synoniemen
Vertalingen
1. gat waardoor men een vat kan vullen en dat met een kegelvormige houten stop kan worden afgesloten
Gangbaarheid
- Het woord spongat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spongat" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
31 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be