spoelden uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spoelden uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspuldə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- spoel·den uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitspoelen |
spoelden (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitspoelen
- Wij spoelden uit.
- Jullie spoelden uit.
- Zij spoelden uit.
- Wij spoelden uit.
Gangbaarheid
- Het woord spoelden uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.