spins

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spins

Werkwoord

vervoeging van
spinzen

spins

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spinzen
    • Ik spins. 
  2. gebiedende wijs van spinzen
    • Spins! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spinzen
    • Spins je? 

Gangbaarheid