spierscheuring

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spierscheuring    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spier·scheu·ring

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  spier zn  en  scheuring zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	spierscheuring	spierscheuringen
verkleinwoord	spierscheurinkje	spierscheurinkjes

Zelfstandig naamwoord

de spierscheuring v

1. (sport) (medisch) beschadiging van een spier door overbelasting

   ▸ Patrik Schick was de gevierde man bij Leverkusen. De aanvaller schoot zijn ploeg in de 77ste minuut naar de winst. Bij Leverkusen ontbraken Timothy Fosu-Mensah en Daley Sinkgraven. Nadat de club begin van de week te horen had gekregen dat Fosu-Mensah vanwege een zware knieblessure dit seizoen niet meer in actie kan komen, volgde later in de week blessurenieuws over Daley Sinkgraven. Vanwege een spierscheuring is hij drie weken niet inzetbaar.

   ▸ De 22-jarige Braziliaan, dit seizoen goed voor vier zeges in vijf Diamond League-wedstrijden, won in 46,29 seconden. Dat was meteen de beste jaartijd. Warholm, in juni nog getroffen door een spierscheuring, finishte uiteindelijk als zevende. Na acht horden vloeiden zijn krachten volledig weg.

Hyperoniemen

• sportblessure, spierblessure

Gangbaarheid

• Het woord spierscheuring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.