spiegelzaal
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spiegelzaal (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spie·gel·zaal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spiegel en zaal [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiegelzaal | spiegelzalen |
verkleinwoord | spiegelzaaltje | spiegelzaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
- zaal waarvan de wanden grote spiegels hebben waardoor hij lichter wordt en de ruimte veel groter lijkt
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord spiegelzaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.