speurder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- speur·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van speuren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speurder | speurders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die speurt (zich met opsporing bezighoudt), een speurneus
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord speurder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "speurder" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.