speurden af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speur·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afspeuren

speurden (...) af

  1. meervoud verleden tijd van afspeuren
    • Wij speurden af. 
    • Jullie speurden af. 
    • Zij speurden af. 

Gangbaarheid