sperwer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sper·wer
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘roofvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sperwer | sperwers |
verkleinwoord | sperwertje | sperwertjes |
Zelfstandig naamwoord
de sperwer m
- (havikachtigen) Accipiter nisus , een kleine snelle roofvogel
- De snavel van de sperwer is haakvormig.
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- Afrikaanse sperwer, Amerikaanse dwergsperwer, Amerikaanse sperwer, andessperwer, balkansperwer, besrasperwer, bleke sperwer, bonte sperwer, celebesdwergsperwer, Coopers sperwer, Cubaanse sperwer, Chileense sperwer, Chinese sperwer, grauwe sperwer, grijskopsperwer, kleine sperwer, kraagsperwer, madagaskarsperwer, Molukse sperwer, new-britainsperwer, Oost-Afrikaanse dwergsperwer, ovambosperwer, roodbroeksperwer, rooddijsperwer, vlekstaartsperwer, West-Afrikaanse dwergsperwer, wijnborstsperwer, witborstsperwer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- Bocks sperwerkoekoek, Chinese sperwerkoekoek, Filipijnse sperwerkoekoek, grote sperwerkoekoek, Hodgsons sperwerkoekoek, Indische sperwerkoekoek, kleine sperwerkoekoek, Maleise sperwerkoekoek, sperwergrasmus, sperwerhoningeter, sperweruil
- sperwerkoekoek, sperwersblik, sperwersnest
Vertalingen
1. Accipiter nisus, een kleine snelle roofvogel
Gangbaarheid
- Het woord sperwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sperwer" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sperwer" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be