Naar inhoud springen

speenvarken

Uit WikiWoordenboek
  • speen·var·ken
enkelvoud meervoud
naamwoord speenvarken speenvarkens
verkleinwoord speenvarkentje speenvarkentjes

hetspeenvarkeno

  1. (evenhoevigen) een big dat nog gezoogd wordt
  • Gillen (krijsen, schreeuwen, ....) als een [mager] speenvarken
Luid tekeergaan (meestal uit machteloze frustratie over iets)
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]