speelvogel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speelvogel (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspelvoɣəl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- speel·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speel ww en vogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speelvogel | speelvogels |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
speelvogel m
- weinig ernstig persoon die steeds weer nieuwe dingen bedenkt om zich te vermaken
- Bijna iedereen had medelijden met de clown van het peloton, de speelvogel die in 1991 wegens een rugblessure met wielerpensioen ging. [1]
Gangbaarheid
- Het woord speelvogel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "speelvogel" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Bloembergen, J.D'n Eddy gooit alles in de strijd (5 april 2003) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-03
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 64 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %