speeltuin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een speeltuin.
Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·tuin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord speeltuin speeltuinen
verkleinwoord speeltuintje speeltuintjes

Zelfstandig naamwoord

de speeltuinm

  1. een omheinde plek grond met speelobjecten voor kinderen
    • De nieuwe speeltuin werd feestelijk geopend. 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be