speelstuk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  speelstuk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• speel·stuk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  spelen "ww"  en  stuk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	speelstuk	speelstukken
verkleinwoord	speelstukje	speelstukjes

Zelfstandig naamwoord

het speelstuk o

1. figuren waarmee je speelt op een bordspel

   • De andere games vereisen de eerder genoemde kartonnen lagen. Deze hebben allemaal een Ganzenbord-formule waarbij je met de bijgeleverde speelstukken het einde moet behalen.  
   • Jumbo zet een trend voort die gestart is met de populaire iPawn-spellen als Ganzenbord. Hierin gebruikte je fysieke speelstukken en je tablet of smartphone als interactieve speelkaart. AppCards kent een soortgelijke insteek, maar dan met kaartspellen.  
   • Bezoekers die graag de Stratego uitdaging aangaan met hun eigen familie of vrienden kunnen hun strijd leveren op een levensgroot Strategospeelbord met reusachtige speelstukken.  

Verwante begrippen

• inspeelstuk

Hyponiemen

• damschijf, schaakstuk, pion

Vertalingen

    1.   

Engels: gaming piece (en), piece (en),

Gangbaarheid

• Het woord speelstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speelstuk" herkend door:

95 %	van de Nederlanders;
91 %	van de Vlamingen.