speelklaar

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·klaar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen speelklaar speelklaarder speelklaarst
verbogen speelklare speelklaardere speelklaarste
partitief speelklaars speelklaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

speelklaar

  1. gereed om in een wedstrijd gebruikt te worden
     De afgelopen maanden zijn dan ook vooral gebruikt om de competitie op afstand speelklaar te krijgen. In de nieuwe opzet nemen spelers het vanuit huis tegen elkaar op, terwijl commentatoren in een studio live commentaar geven.[1]
     Het was lastig speelklaar te geraken voor de Nations League-wedstrijd tegen Oranje, zegt Gareth Bale. Vermoeidheid na een lang seizoen en het feestje na het behalen van het WK in Qatar speelden mee.[2]


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Ook digitaal rolt de bal weer: eDivisie na maanden weer van start” (Dinsdag 17 november 2020), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 oktober 2022 Weblink bron “Wales-captain Bale ziet Oranje als goede test: 'Hier leren we van richting WK'” (Woensdag 8 juni 2022), NOS