speelfilm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  speelfilm    (hulp, bestand)
• IPA: /'spelfɪlm/

Woordafbreking

• speel·film

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  speel ww  en  film 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	speelfilm	speelfilms
verkleinwoord	speelfilmpje	speelfilmpjes

Zelfstandig naamwoord

de speelfilm m

1. door acteurs gespeeld verhaal dat verfilmd is

   • Deze speelfilm is bekroond met een Oscar. 

Afgeleide begrippen

• speelfilmdebuut, speelfilmindustrie, speelfilmlengte, speelfilmmaker, speelfilmproductie, speelfilmregisseur

Vertalingen

    1.   

Engels: movie (en)

Spaans: largometraje (es) m

Gangbaarheid

• Het woord speelfilm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "speelfilm" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.