speculum
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- spe·cu·lum
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speculum | specula speculums |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
speculum o
- (medisch) instrument dat een arts gebruikt voor vaginaal onderzoek
- Verzekeraar OHRA heeft een reclame voor zijn zorgverzekering schielijk weer ingetrokken nadat er felle kritiek op was gekomen. Te zien waren twee dokters, een sexy uitziende jonge vrouw en een man die een 'nerd' moest verbeelden, met een speculum in zijn handen (een apparaat voor vaginaal onderzoek). [2]
- Als de gynaecoloog het speculum inbrengt bij een vrouw met ‘lokale’ piercings waarschuwt hij zijn patiënte: „Mevrouw, het kan even rammelen.” Het is een van de duizenden anekdotes die Mieke Kerkhof over haar vakgebied heeft verzameld. [3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord speculum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "speculum" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ speculum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ De Telegraaf 03 dec. 2016 OHRA blundert met seksistische reclame
- ↑ NRC Arjen Ribbens 25 juni 2013 Gynaecologisch erfgoed
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be