speculatief

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spe·cu·la·tief
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen speculatief speculatiever speculatiefst
verbogen speculatieve speculatievere speculatiefste
partitief speculatiefs speculatievers -

Bijvoeglijk naamwoord

speculatief [1]

  1. op veronderstelling berustend
  2. (handel) op het behalen van winst gericht door het nemen van een risico
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen