specialisatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spe·ci·a·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van specialiseren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | specialisatie | specialisaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de specialisatie v
- het gespecialiseerd zijn, het zich specialiseren
- De Deens-Franse econoom Ester Boserup liet in het midden van de vorige eeuw al zien dat een groeiende bevolking overal, ook in de armste landen, leidt tot een hogere productiviteit, omdat een grotere populatie meer ruimte biedt aan specialisatie, en omdat onderwijs en ideeën zich sneller verspreiden. [1]
- vakgebied waarin men gespecialiseerd is
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord specialisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "specialisatie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant Hidde Boersma18 januari 2019 Bevolkingsgroei maakt een welvarend en groen Afrika mogelijk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be