sparring
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spar·ring
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels
- Naamwoord van handeling van sparren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sparring | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de sparring v
- het sparren
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord sparring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.