spanden af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • span·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afspannen

spanden (...) af

  1. meervoud verleden tijd van afspannen
    • Wij spanden af. 
    • Jullie spanden af. 
    • Zij spanden af. 

Gangbaarheid