spaghetti

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Spaghetti met tomatensaus en basilicum.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spa·ghet·ti
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘meelproduct’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1929 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord spaghetti -
verkleinwoord spaghettietje spaghettietjes

Zelfstandig naamwoord

spaghetti m

  1. (voeding) Italiaanse pasta van lange, dunne ronde slierten
     Met knorrende maag verwarmde ik een zak vriesdroge spaghetti bolognese op mijn JetBoil Minimo gaspit.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen