spǫrðu

Uit WikiWoordenboek

Oudnoords

Zelfstandig naamwoord

spǫrðu, v

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van sparða

spǫrðu, v

  1. onbepaalde vorm datief enkelvoud van sparða

spǫrðu, v

  1. onbepaalde vorm accusatief enkelvoud van sparða