sousafoon
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sou·sa·foon
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels sousaphone, eponiem met het achtervoegsel -foon afgeleid van de achternaam van de 19e-eeuwse Amerikaanse dirigent J.P. Sousa op wiens aanwijzingen het instrument rond 1893 werd [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sousafoon | sousafoons |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sousafoon m
- zeer groot (oorspronkelijk) koperen blaasinstrument
- ▸ Hij was net terug van een rondgang met de harmonie Caecilia door het stadje. Toen plotseling boven Ootmarsum een hevige onweersbui losbarstte. Muzikant Marinus Stroot bedacht zich niets, pakte zijn sousafoon en zocht een veilig heenkomen onder een tafel in de feesttent.[2]
- ▸ Michael van Praag viert komend jaar zijn 69ste verjaardag. Toch staat hij volgende week vrijdag voor zijn interlanddebuut. De voorzitter van de KNVB speelt met zijn sousafoon mee met de Drum- en Showband Adest Musica uit Sassenheim, die voorafgaande aan de oefeninterland tussen Oranje en Frankrijk het Wilhelmus en de Marseillaise laat horen.[3]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord sousafoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sousafoon" herkend door:
60 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ sousafoon op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Opkomst en ondergang van schuttersfeest Ootmarsum” (15-02-2011), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Van Praag mag volkslied meeblazen op sousafoon” (11-01-2017), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Eponiem in het Nederlands
- Achtervoegsel -foon in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 60 %
- Prevalentie Vlaanderen 44 %