Naar inhoud springen

soubrette

Uit WikiWoordenboek
  • sou·bret·te
enkelvoud meervoud
naamwoord soubrette soubrettes
verkleinwoord - -

de soubrettev

  1. (toneel) sopraan die een hoofdrol speelt in een komische opera, operette of cabaret
    • Ze werd gecast in de rol van soubrette, die een ondeugende flirt en hartsvriendin van de deugdzame heldin is in operettes. [4]
    • En hij noemde een naam, die als een schok door mij heen ging. De naam van een cabaretière, uit de tijd toen men zulke dames nog ‘soubrette’ noemde. In mijn jeugd was zij een der grootste sterren van ons land, die, met haar groot talent en haar internationaal repertoire, onze enge grenzen zingend overschreed en in Indië als een vorstin werd onthaald. [5]
  2. (toneel) vrouw die in een typische Franse komedies de rol van een mondig kamermeisje speelt
    • Mijn eerste emplooi was brieven opbrengen, dienstmeisje spelen in 33 stukken per jaar. Zeggen: ‘Mevrouw, hier is de post.’ Of een visitekaartje opbrengen. Enfin, de rol van gedienstige. In die tijd moest je dan nog zelf zorgen voor je kleren. Ik had een hele garderobe zowel voor de Franse soubrette als voor het Duitse dienstmeisje of de Engelse goevernante. [6]
    • Als navolging vertoont het nog minder opmerkelijks, wat zijn inhoud en samenstelling betreft; het is een staalkaart van de bekende ouderwetsche tooneeltypes: naast de reeds genoemde gangbare hoofdfiguren treffen wij de soubrette aan in ‘Sophie,’ de confident in ‘Buys,’ de grove maar edele eerredder in ‘van Weller’ en tegenover den ongelukkigen, den onwaardigen minnaar in ‘Karel van Bergen.’ [7]
43 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[8]


soubrette v

  1. (spreektaal) dienstmeisje, dienstmaagd
    «La petite soubrette a pris son pied en couchant avec son patron sur le canapé.»
    Het diensmeisje amuseerde zich / kwam klaar door met haar baas op de bank te vrijen. [1]