sommering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • som·me·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sommering sommeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sommeringv

  1. wettelijk bevel uitgevaardigd door een overheidsdienaar of overheidsfunctionaris
    • De sommering betekent niet dat de ontwerpen nergens meer te downloaden zijn. De bestanden zijn inmiddels ook op andere sites die niet onder de Amerikaanse wetgeving vallen beschikbaar gesteld. [1] 
    • De groep gaf gevolg aan de sommering en trok daarna naar Nijverdal. Daar veroorzaakten ze weer overlast in een café - ze zouden op de vuist zijn gegaan - waardoor ze het opnieuw aan de stok kregen met de politie. Die werd verbaal onder vuur genomen en sommeerde de supporters de kroeg te verlaten maar dat weigerden ze. Daarop ontruimde de Mobiele Eenheid (ME) de tent, zo meldt RTV Oost. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen