sommeerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- som·meer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sommeren |
sommeerde
- enkelvoud verleden tijd van sommeren
- Ik sommeerde.
- Jij sommeerde.
- Hij, zij, het sommeerde.
- Ik sommeerde.
vervoeging van |
---|
sommeren |
sommeerde