sommatie
Uiterlijk
- som·ma·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanmaning om te betalen’ voor het eerst aangetroffen in 1502 [1]
- Naamwoord van handeling van sommeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sommatie | sommaties |
verkleinwoord | - | - |
- aanmaning
- brief of exploot waarin aangemaand wordt
- optelling van waarden
- [1] bevel, bevelschrift, gebod, instructie, order, verordening
- Het woord sommatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sommatie" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sommatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ sommatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be