solozangeres
Uiterlijk
- so·lo·zan·ge·res
- samenstelling van solo en zangeres of afgeleid van solozanger met het achtervoegsel -es
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | solozangeres | solozangeressen |
verkleinwoord | solozangeresje | solozangeresjes |
de solozangeres v
- (muziek) (beroep) vrouwelijk persoon die alleen gedurende de gehele muziekopvoering of een gedeelte ervan alleen zingt
- Het woord solozangeres staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.