solliciteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van solliciteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		solliciteren			te solliciteren
	toekomend		zullen solliciteren			te zullen solliciteren
voltooid	tegenwoordig		hebben gesolliciteerd			te hebben gesolliciteerd
	toekomend		gesolliciteerd zullen hebben			gesolliciteerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	solliciterend		gesolliciteerd			ev. solliciteer	mv. verouderd solliciteert	sollicitere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	solliciteer	solliciteert	solliciteert	solliciteert	solliciteert	solliciteren	solliciteren	solliciteren
verleden (o.v.t.)	solliciteerde	solliciteerde	solliciteerde	solliciteerde	solliciteerde	solliciteerden	solliciteerden	solliciteerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal solliciteren	zult/zal solliciteren	zult/zal solliciteren	zult solliciteren	zal solliciteren	zullen solliciteren	zullen solliciteren	zullen solliciteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou solliciteren	zou solliciteren	zou(dt) solliciteren	zoudt solliciteren	zou solliciteren	zouden solliciteren	zouden solliciteren	zouden solliciteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gesolliciteerd	hebt gesolliciteerd	hebt/heeft gesolliciteerd	hebt gesolliciteerd	heeft gesolliciteerd	hebben gesolliciteerd	hebben gesolliciteerd	hebben gesolliciteerd
verleden (v.v.t.)	had gesolliciteerd	had gesolliciteerd	had gesolliciteerd	hadt gesolliciteerd	had gesolliciteerd	hadden gesolliciteerd	hadden gesolliciteerd	hadden gesolliciteerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gesolliciteerd hebben	zal/zult gesolliciteerd hebben	zult/zal gesolliciteerd hebben	zult gesolliciteerd hebben	zal gesolliciteerd hebben	zullen gesolliciteerd hebben	zullen gesolliciteerd hebben	zullen gesolliciteerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gesolliciteerd hebben	zou gesolliciteerd hebben	zou/zoudt gesolliciteerd hebben	zoudt gesolliciteerd hebben	zou gesolliciteerd hebben	zouden gesolliciteerd hebben	zouden gesolliciteerd hebben	zouden gesolliciteerd hebben