soezebollen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • soe·ze·bol·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

soezebollen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
soezebollen
soezebolde
gesoezebold
zwak -d volledig
  1. bijna in slaap vallen
Synoniemen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen