soeperig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- soe·pe·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | soeperig | soeperiger | soeperigst |
verbogen | soeperige | soeperigere | soeperigste |
partitief | soeperigs | soeperigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
soeperig [1]
- op soep lijkend
- onduidelijk
- flodderig
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord soeperig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "soeperig" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be