sodemietert op

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·de·mie·tert op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opsodemieteren

sodemietert (...) op

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsodemieteren
    • Jij sodemietert op. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opsodemieteren
    • Hij sodemietert op. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van opsodemieteren
    • Sodemietert op!