socialisme

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·ci·a·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bepaalde maatschappijvorm’ voor het eerst aangetroffen in 1850 [1]
  • afgeleid van sociaal met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord socialisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

socialisme o

  1. (politiek) (economie) (filosofie) maatschappijvorm gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, in principe uitgaande van een vrije markt maar waarbij het collectief, al dan niet belichaamd door de overheid/staat, de hoogste beslissingsbevoegdheid heeft over de verdeling van macht en goederen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Zelfstandig naamwoord

socialisme m

  1. (politiek) socialisme
Verwante begrippen