sociaal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sociaal    (hulp, bestand)
• IPA: /soʃal/

Woordafbreking

• so·ci·aal

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘maatschappelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1805
• met het voorvoegsel socio- en met het achtervoegsel -aal

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	sociaal	socialer	sociaalst
verbogen	sociale	socialere	sociaalste
partitief	sociaals	socialers	-

Bijvoeglijk naamwoord

sociaal

1. betrekking hebbend op de menselijke samenleving

   • Hij heeft een grote sociale achterstand. 

2. geneigd om in groepen te leven

   • Dat is een erg sociaal dier. 

3. gevoel hebbend voor de nood van de medeleden van de samenleving

   • Daar voel ik mij sociaal bewogen bij. 

Antoniemen

• antisociaal, asociaal, onsociaal

Verwante begrippen

• maatschappelijk

Hyponiemen

• homosociaal, psychosociaal

Afgeleide begrippen

   

sociaal assistent sociaal geograaf sociaal-anarchisme sociaal-cultureel sociaal-democratie sociaal-democratisch sociaaldemocraat sociaaldemocratie sociaaldemocratisch sociaaleconomisch sociaalliberalisme sociaalwetenschappelijk socialisme socialist

Vertalingen

    1. betrekking hebbend op de menselijke samenleving   

Duits: sozial (de) Engels: social (en)

Frans: social (fr) Spaans: social (es)

    2. geneigd om in groepen te leven   

Duits: sozial (de) Engels: social (en)

Frans: social (fr) Spaans: social (es)

    3. gevoel hebbend voor de nood van de medeleden van de samenleving   

Duits: sozial (de) Engels: socially conscious (en), socially-minded (en)

Frans: social (fr) Spaans: social (es)

Gangbaarheid

• Het woord sociaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "sociaal" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.