sobreviva

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
sobrevivir

sobreviva

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sobrevivir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sobrevivir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van sobrevivir